In een organisatie als een grote school voor voortgezet onderwijs zijn er momenten dat het dagelijkse rooster moet worden bijgesteld. Daarvoor is een speciale functionaris aangesteld: de roostermaker. In de praktijk kan het voorkomen dat lessen uitvallen door ziekte van docenten, examens, scholing etc. In dergelijke situaties worden de lessen zo veel als mogelijk omgezet in een ‘vervangingsles’. In principe kunnen leerlingen doorwerken aan het vak dat zij eigenlijk hebben.
Wij hanteren het uitgangspunt dat de lessen in leerjaar 1 in principe nooit uitvallen (m.u.v. het laatste lesuur) en in leerjaar 2 incidenteel. Daartoe zetten wij speciaal benoemde en opgeleide medewerkers in, die de leerlingen en de programma’s kennen en die ervoor zorgen dat de voortgang zo goed mogelijk is gegarandeerd. Van leerlingen in de hogere leerjaren verwachten we dat ze bij lesuitval in staat zijn hun eigen leerdoelen te stellen en daaraan te werken.