Terug naar overzicht

 

  • Hoe ziet een lesdag eruit?

    Net als op de basisschool, krijg je op een dag meerdere lessen. Meestal zijn er dat bij ons 7 of 8. Een les duurt op Sintermeerten 45 minuten.

    Voor sommige vakken krijg je een blokuur: dat zijn twee lessen achterelkaar. Dit gebeurt met name bij vakken als gymnastiek en techniek, maar soms ook bij andere vakken.

    Op Sintermeerten werken we met gescheiden pauzes.  De brugklasleerlingen pauzeren samen met de leerlingen van de tweede klas.

    onderbouw

     

    bovenbouw

     

    start

    eind

     

     

    start

    eind

    1

    08.30

    09.15

     

    1

    08.30

    09.15

    2

    09.15

    10.00

     

    2

    09.15

    10.00

    pauze

    10.00

    10.20

     

    3

    10.00

    10.45

    3

    10.20

    11.05

     

    pauze

    10.45

    11.05

    4

    11.05

    11.50

     

    4

    11.05

    11.50

    pauze

    11.50

    12.20

     

    5

    11.50

    12.35

    5

    12.20

    13.05

     

    pauze

    12.35

    13.05

    6

    13.05

    13.50

     

    6

    13.05

    13.50

    7

    13.50

    14.35

     

    7

    13.50

    14.35

    8

    14.35

    15.20

     

    8

    14.35

    15.20

    9

    15.20

    16.05

     

    9

    15.20

    16.05

  • Welke brugklassen zijn er?

    Onze school heeft 4 soorten brugklassen. We hebben mavo-havo en havo-vwo klassen. Daarnaast zijn er ook TTO mavo-havo en TTO havo-vwo klassen waarin de meeste lessen in het Engels worden gegeven.

  • In welke brugklas kom ik terecht?

    Het advies van je juf of meester van de basisschool bepaalt voor een groot deel in welk soort brugklas je komt. Bij de samenstelling van de klassen zorgen we ervoor dat je bij kinderen van je eigen basisschool komt. Zo is niet meteen alles nieuw. Ook kun je dan samen naar school komen (en weer naar huis gaan natuurlijk!).

  • Welke vakken krijg ik?

    Je krijgt in de brugklas les in 11 verschillende vakken. Sommige daarvan ken je al: Nederlands lijkt wel op taal en wiskunde op rekenen. Engels heb je ook al gehad, net zoals aardrijkskunde en geschiedenis. Alleen heet dat bij jou op school misschien wereldoriëntatie. Die vakken worden nu alleen wat anders, ze worden in een nieuw jasje gestoken.

    Andere vakken zijn nieuw. Bijvoorbeeld techniek, Frans heb je waarschijnlijk ook nog nooit gehad.

    Het volledige lijstje is: Nederlands – Frans – Engels – geschiedenis – aardrijkskunde – wiskunde – biologie/verzorging – techniek –  muziek – beeldende vorming – lichamelijke opvoeding

    Denk niet dat die nieuwe vakken altijd moeilijk zijn. Het is ook wel leuk om eens aan iets nieuws te beginnen. Of niet soms?

  • Wat zijn flexuren?

    Naast de vaklessen heb je ook twee flexuren. Deze lesuren worden gegeven door je mentor.  Je mentor besteedt dan aandacht aan “leren leren”. Je leert bijvoorbeeld hoe je omgaat met je Plenda agenda die je van school hebt gekregen. Ook leer je vaardigheden als samenvatten en woordjes leren. Naast het leren leren besteedt  je mentor ook tijd aan groepsvorming. Het is natuurlijk belangrijk dat je je klas goed leert kennen en dat je als klas een team vormt.

    In de flexuren wordt ook aandacht besteed aan vaardigheden (zogenaamde executieve functies), worden een aantal excursies ingepland en werk je samen aan  grotere projecten zoals het organiseren van een wereldmarkt.

     
  • Hoeveel leraren krijg ik?

    Op de basisschool had je maar één juffrouw of meester, of misschien wel twee. Die kon alle vakken geven. Bij ons is dat anders. Hier geeft elke juffrouw of meester, elke lerares of leraar, vaak maar één vak. En omdat je meerdere vakken hebt, heb je dus ook meerdere leraren.
    De leraren weten heel veel over hun vak. En als je vragen hebt, kun je die tijdens de les stellen. De leraren zijn er om je te helpen.

  • Wat is een mentor?

    Een van je leraren is tevens je mentor, je klassenleraar. De mentor begeleidt de klas en kijkt hoe het met je gaat op school. Hij of zij speelt binnen de klas een speciale rol. De mentor is ook degene die jou leert hoe je met je studie moet omgaan. Je leert hoe je met je huiswerk moet omgaan en hoe je voor proefwerken moet leren.  

    De mentor helpt je ook met het maken van je planning voor de flexuren. Zo leer je goed plannen.
    Soms werkt de mentor met de hele klas, maar je krijgt ook individuele begeleiding. Dat gebeurt tijdens het mentoruur.

    Naast de vaklessen heb je ook twee flexuren. Deze lesuren worden gegeven door je mentor.  Je mentor besteedt dan aandacht aan “leren leren”. Je leert bijvoorbeeld hoe je omgaat met je Plenda agenda die je van school hebt gekregen. Ook leer je vaardigheden als samenvatten en woordjes leren. Naast het leren leren besteedt  je mentor ook tijd aan groepsvorming. Het is natuurlijk belangrijk dat je je klas goed leert kennen en dat je als klas een team vormt.

    In de flexuren wordt ook aandacht besteed aan vaardigheden (zogenaamde executieve functies), worden een aantal excursies ingepland en werk je samen aan  grotere projecten zoals het organiseren van een wereldmarkt.

    Je mentor houdt ook contact met je ouders. Enkele keren per jaar is er een mentoravond. Dan praten jij, je ouders en je mentor samen over jou en je prestaties. Zo weet iedereen steeds hoe het met je gaat op school.

  • Waar krijg ik les?

    Op de basisschool heb je waarschijnlijk als klas ook een eigen lokaal en ben je gewend om bijna elke les in dat eigen lokaal te blijven. Bij ons is dat niet meer zo. 

    Je vindt je weg heel gemakkelijk in onze school; het gebouw is erg overzichtelijk en je zult heel snel alles weten te vinden in onze mooie school.

    Op onze school hebben de vakken hun eigen lokaal en ga je dus steeds naar andere lokalen. Gelukkig zijn die wel zo geplaatst dat je snel weet waar je moet zijn. En voor vakken als techniek, beeldende vorming, muziek,  ga je natuurlijk naar een speciaal vaklokaal dat helemaal voor dit vak is ingericht. 
    Behalve leslokalen zijn er ook nog aparte werkruimtes. Daarin kan iedereen zelfstandig of in kleine groepjes werken; gewoon met je boeken of met je laptop.

     

  • Is er ook wel eens lesuitval?

    Het kan natuurlijk wel eens voorkomen dat een van je leraren er niet is. Hij kan ziek zijn of naar een studiebijeenkomst zijn. Dan kan je les uitvallen maar de school probeert dit op te vangen. Onze school heeft een aantal surveillanten die proberen zoveel mogelijk lessen over te nemen. Is er een surveillant beschikbaar dan valt je les niet uit, maar werk je gewoon in het lokaal verder aan het betreffende vak, of je krijgt andere opdrachten. 

    Deze onderwijsassistenten zorgen er voor dat alles goed verloopt.

  • Hoeveel huiswerk krijg ik?

    Bij het leren aan een middelbare school hoort ook het maken van huiswerk. Niet altijd even leuk, maar wel belangrijk! Je leert dan nog eens wat er in de les behandeld is, maakt oefenstof, of bereidt alvast iets voor de volgende les voor.

    Hoeveel huiswerk krijg je nu eigenlijk? Je moet rekenen op ongeveer 1,5 uur gemiddeld per dag. Soms heb je meer en soms heb je minder huiswerk. Maar als je het goed plant valt het reuze mee. Gewoon niet alles tot het laatste moment laten liggen.

    Als je een proefwerk krijgt, weet je dat lang van tevoren. Dan is het veel beter en fijner om dat leerwerk over een paar dagen te verspreiden.

  • Wat is de sportklas?

    Sport speelt op Sintermeerten een belangrijke rol. Bewegen is immers gezond! Buiten de sportlessen worden er na schooltijd ook diverse competities georganiseerd, waaraan je kunt deelnemen. Badminton, basketbal, volleybal, voetbal…voor elk wat wils.

    En als je nog meer sport wil, dan kun je ook meedoen aan de sportklas. Dit betekent dat je per week twee uur extra sportlessen krijgt. In die lessen krijg je dan niet alleen méér sport, maar je doet ook sporten die je in de gewone lessen niet doet.

    Sintermeerten heeft van NOC*NSF het certificaat “Sportactieve School” gekregen. Dat krijg je niet zomaar, daarvoor moet je een heel goed sportprogramma hebben. En daar zijn we best trots op!


     

  • Interview met onze brugklas leerlingen

    Elisabeta, Stan en Jaylen gingen jullie voor en lieten zich interviewen. Lees hieronder hun ervaringen inzake de overstap naar het Sintermeertencollege.

    Waarom hebben jullie voor SMC gekozen?

    Elisabeta: ik had al vrienden die hier zitten en zij zeiden dat het een superleuke school is. En toen ik met de klas hier kwam kijken in de lokalen, vond ik ze leuk, ook dat de plaatjes op de deur en in het lokaal laten zien waar het over gaat, bijvoorbeeld geschiedenis, is leuk.

    Stan: in groep 8 heb ik een dag meegelopen en dat was leuk. Docenten legden alles goed uit. Ik had ook al van andere leerlingen gehoord dat het een fijne school is. Ondanks dat het een stukje fietsen is (Landgraaf is dichterbij) heb ik bewust voor hier gekozen.

    Jaylen: ik had van veel mensen gehoord dat het een goede school is en ook een van de dichtstbijzijnde voor mij. Ik ben blij met mijn keuze, voel me hier thuis. De helft van mijn groep 8 is naar SMC gekomen, en een klasgenoot is ook bij mij in de tto-klas gekomen.

    Wat is het grootste verschil met de basisschool voor jullie?

    Elisabeta: De vakken zijn anders. Het is hier veel drukker met alle leerlingen.

    Stan: Het wisselen van lokalen na 45 of 90 minuten. Je zit hier met leerlingen tot en met 18 jaar oud, dat is ook anders, wel even wennen. In de pauzes zit je met leerjaar 1 t/m 3.  

    Wat zijn nieuwe vakken?

    Elisabeta: Techniek en biologie is nu een los vak. Frans is ook nieuw, de rest lijkt op de vakken van de basisschool. Ik vind techniek en biologie heel leuk. Nederlands ook.

    Stan: Geschiedenis, aardrijkskunde, Design & technology, visual arts, wiskunde (is toch wel anders dan rekenen), net zoals Nederlands ook anders is (dat is alles bij elkaar van taal). Ik vind Frans en Engels heel erg leuk. En ook Wiskunde en muziek.

    Jaylen: Dit jaar (2e klas) hebben we natuurkunde en Duits erbij gekregen. De rest is hetzelfde gebleven. Natuurkunde heb ik ook in het Engels. Duits natuurlijk niet 😉 Ik vind gym het allerleukste vak.

    Wat doen jullie in het flexblok?

    Elisabeta: dat zijn twee lesuren achter elkaar. Het eerste uur hebben we bijvoorbeeld concentratie-opdrachten gedaan met de ene mentor en het tweede uur met de andere mentor zijn we bezig met alles wat met de laptop te maken heeft (inloggen in SOM, verbinding maken met Wifi etc.) en ook met het bespreken van toetsen (hoe ze zijn gegaan en hoe plan je ze), dus vaardigheden.

    Stan: daar bespreken we belangrijke zaken, als er bijvoorbeeld iets gebeurd is of als je vragen hebt. We oefenen ook met de Plenda.

    Jaylen: Nu vooral nog vragenlijsten voor de mentor, mentorzaken. Vaak bespreken hoe de toetsweek ging en daarvoor hebben we gekeken naar executieve functies en leren leren.

    Wat doet een mentor en hoe gaat dat als je twee mentoren hebt?

    Elisabeta: Elke brugklas heeft 2 mentoren. Je bent gekoppeld aan je eigen mentor. Daar praat je mee in een apart mentoruur (niet elke week) om te kijken hoe het met je gaat en of je misschien ergens hulp bij nodig hebt.

    Stan: Aan een mentor kun je alles kwijt, je hebt er 1 op 1 contact mee. Een van de twee mentoren is jouw eigen mentor.

    Jaylen: De mentor helpt je met school, geeft je meer informatie over wat er dit jaar gaat gebeuren, je kunt naar je mentor als je je niet zo fijn voelt en die je ook daarmee kan helpen. Hij is de baas van de klas. Vorig jaar hadden we een klassenapp met de mentor waar we vragen over activiteiten of over haar huiswerk konden stellen.

    Hoeveel lesuren heb je ongeveer op een dag?

    Elisabeta/Stan: ik heb ongeveer 7 lesuren per dag (soms 5, soms 6, heel soms 8). Ik heb geen tussenuren en we zijn 1 keer door een onderwijsassistent opgevangen toen de docent ziek was.

    Jaylen: Gemiddeld 7, twee dagen 6, twee dagen 7 en een dag 8. Wij hebben geen tussenuren en in de afgelopen weken zijn we 1 keer opgevangen door een onderwijsassistent in lokaal 016.

    Hoeveel tijd besteed je ongeveer aan huiswerk?

    Elisabeta: thuis heb ik nog niet zoveel tijd nodig voor mijn huiswerk, meestal 30 minuten voor maakwerk. Als ik moet leren, ben ik wat langer bezig, dat ligt aan het vak en hoeveel we moeten leren.

    Stan: het langste tot nu toe is 2,5 uur, dit komt ook door tto, dat kost in het begin nog wat meer tijd. Nu ben ik 30 minuten tot 1 uur bezig.

    Jaylen: Dit jaar nog niet zo heel veel, vaak in de lessen tien minuten tijd om aan opgaves te werken en dan heb ik thuis ook nog maar 10 minuten nodig. In de brugklas was ik thuis wat langer bezig; zo’n 30 minuten.

    Wat is een Plenda en hoe werkt het?

    Elisabeta/Stan: Het is een agenda waarin je ook plant. Je docenten geven je huiswerk op en dat moet je in je agenda schrijven en plannen. Hoe de Plenda werkt, hebben we in het flexuur geleerd. In SOM zet de docent alleen dat we hw (huiswerk) hebben, maar niet wat. Als je ziek bent geweest, kun je dat in de groepsapp vragen. De mentor zit niet in de groepsapp, maar kijkt wel af en toe mee (via een van de leerlingen).

    Jaylen: Ik kan zelf goed plannen, meestal maak ik het meteen als ik het op krijg, dus het plan stukje in Plenda gebruik ik nu niet meer. Vorig jaar heb ik daar wel goed mee leren werken.

    Wat kun je in de pauzes doen?

    Elisabeta: ik zoek dan met mijn vriendinnen een plekje waar we kunnen zitten, eten en kletsen. Sommige leerlingen gaan buiten voetballen, daar is het altijd druk. Buiten is altijd plek om te zitten.

    Stan: je hebt twee pauzes op een dag, een korte van 20 minuten om 10.00 uur en eentje van 30 minuten om 11.50 uur. In de kleine pauze eet ik een kleine snack en drink ik iets. In de grote pauze heb ik brood of ik haal soms een broodje bij de keuken, samen met een vriend. We betalen om de beurt de broodjes. Mijn favoriete broodje is de kipcorn.

    Jaylen: In principe je eigen ding zolang je je aan de regels houdt. Dus eten, huiswerk maken, met anderen kletsen of naar buiten gaan. Soms doen we tafelvoetbal.