Terug naar overzicht

Elisabeta, Stan en Jaylen gingen jullie voor en lieten zich interviewen. Lees hieronder hun ervaringen inzake de overstap naar het Sintermeertencollege.

Waarom hebben jullie voor SMC gekozen?

Elisabeta: ik had al vrienden die hier zitten en zij zeiden dat het een superleuke school is. En toen ik met de klas hier kwam kijken in de lokalen, vond ik ze leuk, ook dat de plaatjes op de deur en in het lokaal laten zien waar het over gaat, bijvoorbeeld geschiedenis, is leuk.

Stan: in groep 8 heb ik een dag meegelopen en dat was leuk. Docenten legden alles goed uit. Ik had ook al van andere leerlingen gehoord dat het een fijne school is. Ondanks dat het een stukje fietsen is (Landgraaf is dichterbij) heb ik bewust voor hier gekozen.

Jaylen: ik had van veel mensen gehoord dat het een goede school is en ook een van de dichtstbijzijnde voor mij. Ik ben blij met mijn keuze, voel me hier thuis. De helft van mijn groep 8 is naar SMC gekomen, en een klasgenoot is ook bij mij in de tto-klas gekomen.

Wat is het grootste verschil met de basisschool voor jullie?

Elisabeta: De vakken zijn anders. Het is hier veel drukker met alle leerlingen.

Stan: Het wisselen van lokalen na 45 of 90 minuten. Je zit hier met leerlingen tot en met 18 jaar oud, dat is ook anders, wel even wennen. In de pauzes zit je met leerjaar 1 t/m 3.  

Wat zijn nieuwe vakken?

Elisabeta: Techniek en biologie is nu een los vak. Frans is ook nieuw, de rest lijkt op de vakken van de basisschool. Ik vind techniek en biologie heel leuk. Nederlands ook.

Stan: Geschiedenis, aardrijkskunde, Design & technology, visual arts, wiskunde (is toch wel anders dan rekenen), net zoals Nederlands ook anders is (dat is alles bij elkaar van taal). Ik vind Frans en Engels heel erg leuk. En ook Wiskunde en muziek.

Jaylen: Dit jaar (2e klas) hebben we natuurkunde en Duits erbij gekregen. De rest is hetzelfde gebleven. Natuurkunde heb ik ook in het Engels. Duits natuurlijk niet 😉 Ik vind gym het allerleukste vak.

Wat doen jullie in het flexblok?

Elisabeta: dat zijn twee lesuren achter elkaar. Het eerste uur hebben we bijvoorbeeld concentratie-opdrachten gedaan met de ene mentor en het tweede uur met de andere mentor zijn we bezig met alles wat met de laptop te maken heeft (inloggen in SOM, verbinding maken met Wifi etc.) en ook met het bespreken van toetsen (hoe ze zijn gegaan en hoe plan je ze), dus vaardigheden.

Stan: daar bespreken we belangrijke zaken, als er bijvoorbeeld iets gebeurd is of als je vragen hebt. We oefenen ook met de Plenda.

Jaylen: Nu vooral nog vragenlijsten voor de mentor, mentorzaken. Vaak bespreken hoe de toetsweek ging en daarvoor hebben we gekeken naar executieve functies en leren leren.

Wat doet een mentor en hoe gaat dat als je twee mentoren hebt?

Elisabeta: Elke brugklas heeft 2 mentoren. Je bent gekoppeld aan je eigen mentor. Daar praat je mee in een apart mentoruur (niet elke week) om te kijken hoe het met je gaat en of je misschien ergens hulp bij nodig hebt.

Stan: Aan een mentor kun je alles kwijt, je hebt er 1 op 1 contact mee. Een van de twee mentoren is jouw eigen mentor.

Jaylen: De mentor helpt je met school, geeft je meer informatie over wat er dit jaar gaat gebeuren, je kunt naar je mentor als je je niet zo fijn voelt en die je ook daarmee kan helpen. Hij is de baas van de klas. Vorig jaar hadden we een klassenapp met de mentor waar we vragen over activiteiten of over haar huiswerk konden stellen.

Hoeveel lesuren heb je ongeveer op een dag?

Elisabeta/Stan: ik heb ongeveer 7 lesuren per dag (soms 5, soms 6, heel soms 8). Ik heb geen tussenuren en we zijn 1 keer door een onderwijsassistent opgevangen toen de docent ziek was.

Jaylen: Gemiddeld 7, twee dagen 6, twee dagen 7 en een dag 8. Wij hebben geen tussenuren en in de afgelopen weken zijn we 1 keer opgevangen door een onderwijsassistent in lokaal 016.

Hoeveel tijd besteed je ongeveer aan huiswerk?

Elisabeta: thuis heb ik nog niet zoveel tijd nodig voor mijn huiswerk, meestal 30 minuten voor maakwerk. Als ik moet leren, ben ik wat langer bezig, dat ligt aan het vak en hoeveel we moeten leren.

Stan: het langste tot nu toe is 2,5 uur, dit komt ook door tto, dat kost in het begin nog wat meer tijd. Nu ben ik 30 minuten tot 1 uur bezig.

Jaylen: Dit jaar nog niet zo heel veel, vaak in de lessen tien minuten tijd om aan opgaves te werken en dan heb ik thuis ook nog maar 10 minuten nodig. In de brugklas was ik thuis wat langer bezig; zo’n 30 minuten.

Wat is een Plenda en hoe werkt het?

Elisabeta/Stan: Het is een agenda waarin je ook plant. Je docenten geven je huiswerk op en dat moet je in je agenda schrijven en plannen. Hoe de Plenda werkt, hebben we in het flexuur geleerd. In SOM zet de docent alleen dat we hw (huiswerk) hebben, maar niet wat. Als je ziek bent geweest, kun je dat in de groepsapp vragen. De mentor zit niet in de groepsapp, maar kijkt wel af en toe mee (via een van de leerlingen).

Jaylen: Ik kan zelf goed plannen, meestal maak ik het meteen als ik het op krijg, dus het plan stukje in Plenda gebruik ik nu niet meer. Vorig jaar heb ik daar wel goed mee leren werken.

Wat kun je in de pauzes doen?

Elisabeta: ik zoek dan met mijn vriendinnen een plekje waar we kunnen zitten, eten en kletsen. Sommige leerlingen gaan buiten voetballen, daar is het altijd druk. Buiten is altijd plek om te zitten.

Stan: je hebt twee pauzes op een dag, een korte van 20 minuten om 10.00 uur en eentje van 30 minuten om 11.50 uur. In de kleine pauze eet ik een kleine snack en drink ik iets. In de grote pauze heb ik brood of ik haal soms een broodje bij de keuken, samen met een vriend. We betalen om de beurt de broodjes. Mijn favoriete broodje is de kipcorn.

Jaylen: In principe je eigen ding zolang je je aan de regels houdt. Dus eten, huiswerk maken, met anderen kletsen of naar buiten gaan. Soms doen we tafelvoetbal.